“Het glas is bijna halfvol” zei ze zacht terwijl ze in haar wijn staarde.
Ik wachtte of er meer kwam, maar daar bleef het bij.
-“Bijna halfvol?” vroeg ik.
Ze keek omhoog: “meer kan ik er niet van maken.”
Haar ogen bleven in de mijne hangen en ze haalde haar schouders op: “hoe lang geleden is het dat ik je voor het laatst zag?”
-“Een jaar, bijna precies een jaar.”
-“Het voelt langer.”
-“Veel langer.”
We keken weer in onze glazen. Er viel een stilte, maar geen ongemakkelijke: gewoon een stilte, dat kenden we. Het begon te schemeren.
-“Zal ik een lampje aandoen?” vroeg ik.
-“Ik vind het wel goed zo” zei ze.
-“O.k.” knikte ik en liet het zo.
Ze nam een slokje van haar wijn. “Denk je nog wel eens aan me?”
-“Zo nu en dan.”
-“Zo nu en dan?”
Ik knikte.
-“Ik ook,…zo nu en dan” zei ze “en heel soms mis ik je nog wel eens een beetje.”
-“Heel soms wel ja” zei ik.
Er viel weer een rustige stilte. Het laatste nummer van de cd eindigde.
-“Zal ik nieuwe muziek opzetten?” vroeg ik.
-“Ik vind het wel goed zo” zei ze.
Ik knikte en liet het zo.
-“Vind je het wel fijn om hier weer even te zijn?” vroeg ik.
Ze nam de laatste slok uit haar glas en keek me weer aan: “aan de ene kant wel.”
Ik voelde mijn mond even glimlachen: “ik ook,…aan de ene kant.”
Ik zag dat ze ook bijna lachen moest en wreef met mijn hand over mijn gezicht: “wil je nog een beetje wijn?”
“Lekker” zei ze en ze hield haar glas naar voren. Ik pakte de fles en bewoog hem door de schemer naar haar glas. Voorzichtig schonk ik haar bij, tot het glas tot net onder het midden gevuld was. Zo dronken we de hele avond wijn, terwijl de kamer steeds donkerder werd.. Steeds donkerder en steeds stiller.
